En hoe nu verder?
Als pikzwarte leugens
zich genesteld hebben
in witte huizen van zieke wereldleiders,
roepen wij de waarheid van de daken af.
massa’s mensen en dieren worden afgeslacht,
wouden overal branden,
spreken wij over de heiligheid van het leven.
zich met duizenden verzamelen
op lijkenvelden van ingestorte beschavingen,
luisteren wij naar de zang van een nachtegaal.
massavernietigingswapens verspreiden
en onderscheiden worden met Nobelprijzen voor de vrede,
verenigen wij ons in de geest in vrede.
iedereen controleert,
vanuit de hemel en op aarde,
kijken wij elkaar aan met het oog van goedheid.
de mammon zijn ijzeren klauwen uitslaat,
het laatste brood gestolen wordt van de armen,
delen wij met elkaar het brood des levens.
het kind in de volwassene wordt gedood,
gedenken wij de woorden van de Meester:
‘Zo gij niet wordt als kinderen…’
van vermoeide en gepijnigde lichamen,
alles van innerlijke waarde willen vernietigen,
bestrijden we eerst de demon in onszelf.
in heel de wereld bommen exploderen
en gifgas zich duisterend verspreidt,
verzamelen we opnieuw moed en vertrouwen.
moorden in naam van God,
de heiligheid van het leven keer op keer schenden,
spreken we innerlijk de verborgen naam uit.
wellevendheid en dienstbaarheid verloren zijn,
ruwe en harde woorden de stilte verscheuren,
herinneren we ons de wet van zaaien en oogsten.
uit de diepte van de ziel de vraag oprijst
‘en hoe nu verder?’
luisteren we naar de innerlijke stem.
als een zachte lentewind:
‘Kom, mijn kind, kom,
de tijden zijn bijna vol,
de beker van lijden is bijna tot de bodem geledigd.
over de aarde dalen en haar vervullen
met de geest van licht en liefde.
De aarde zal herschapen worden,
de hemel weer stralen.
Zeeën zullen gereinigd worden,
bomen, planten en bloemen weer bloeien,
bloesemgeuren de lucht doordringen
en alle wezens zullen gelukkig zijn.
de lange reis is bijna voltooid.
Als een briesende leeuw
trekt het kwaad door de wereld,
maar het lam zal het beest verslaan.
het lam zal de duistere gordijnen verscheuren,
het lam zal het licht weer doen stralen.
De wachters der duisternis
zullen vervagen als schimmen
in een nooit meer nu.
dat de wens de vader van de gedachte is?
Nee, mijn kind, nee,
dit is geen droom,
dit is de vervulling van oude profetieën,
een innerlijk weten
dat langzaam groeide
en tot bloei gekomen is.’
hebben het eerste en het laatste woord,
het woord dat vleesgeworden is in trillende schepping,
oprijzend uit de grondeloze stilte.
niet de puinhopen van vernietiging
niet de terreur, de leugens, de dood
zullen zegenvieren…
het zachtmoedige en krachtige lam
dat door het mystieke liefdesbloed
de graalbeker van de aarde
met licht doorstraalt
en ons binnenkort
als de wrede eindstrijd is gestreden
grenzeloze, innerlijke vrede geeft
en alles, maar dan ook alles herscheppen zal
in licht en liefde.
© Marcel Messing
in ’t Ros Beyaerd te Gent (3 en 4 oktober 013)
en de Lambertushoeve te Someren (10 november 2013).
De slotmuziek was het ‘Agnus Dei’ uit Mozart’s
equiem.